Alhoewel de achtergrond van Cathérine, als ontwerper, in de toegepaste hoek ligt, is haar werk zeker autonoom te noemen; al tijdens haar afstuderen aan de kunstacademie in Maastricht wordt gezien dat ze balanceert tussen toegepast en autonoom.

Haar werk in Ierland, als ontwerper van weefsels voor modeontwerpster Lainey Keogh, kenmerkte zich door het niet alledaagse met als resultaat stoffen die voornamelijk bedoeld waren als blikvanger op de catwalk en voor publiciteit in tijdschriften.

Kenmerkend aan Cathérine’s werk is contradictie. Dit zie je vooral terug in kleurgebruik en materiaalgebruik. Complementaire kleuren, naast elkaar, materialen met verschil in doel in één werkstuk.

Voor Cathérine is textiel nooit tweedimensionaal maar altijd ruimtelijk geweest. Na haar afstuderen aan ArtEZ is ze met textiel een nieuwe weg ingeslagen. Als interieurarchitect was ze benieuwd hoe de bebouwde wereld eruit zou zien wanneer textiel als een zelfstandig staand product dienst zou doen. Voor haar was het daarnaast  belangrijk dat de textiele constructie zijn zachtheid zou behouden. Met allerhande materialen heeft ze een tal van experimenten gedaan met als doel er een op zichzelf staand constructief werk van te maken.